Molen ‘t Witte Lam
Achtkante poldermolen uit 1860 ‘t Wit Meulentje, de kleinste in de provincie. Bemaalt enkele keren per maand op vrijwillige basis de polder Het Witte Lam (Groningerweg 47).
Een rustig, groen dorp, dat bijna opgeslokt is door de nieuwbouw van de stad Groningen, maar toch echt ‘buiten’. Pas na het aanleggen van de Wolddijk, rond het jaar 1000, groeide Zuidwolde uit tot een woonkern, ook profiteerde het dorp van de aanleg van het Boterdiep in 1653.
Doordat in de vroegere ‘wolden’ geen brakwaterklei was afgezet, was de bodem wat lichter en beter van structuur, wat zeer geschikt bleek voor de teelt van kolen. De kolen waren zeer voedzaam en konden lang worden bewaard. Daarom waren ze zeer geschikt om mee te nemen op lange (zee)reizen. De teelt van de kabuis- of (kom)buiskolen leverde Zuidwolde de naam ‘Boeskookdörp’ op. In dit ‘Boeskoolland’ is heel wat rode, groene, savooie en witte kool verbouwd. Een groot deel daarvan ging naar de twee zuurkoolfabrieken van Harkema en Nieboer in Bedum, vanwaar de kool verder werd verhandeld, ook naar het buitenland.
Molen ‘t Witte Lam
Achtkante poldermolen uit 1860 ‘t Wit Meulentje, de kleinste in de provincie. Bemaalt enkele keren per maand op vrijwillige basis de polder Het Witte Lam (Groningerweg 47).