Romano-Gotische kerk met omheind kerkhof uit ca. 1225, opgetrokken in baksteen, met een wat jonger koor. De toren is in 1639 door uitbreiding van de kerk met het schip verbonden, ommetseld en met een uivormige spits bekroond, vandaar ook de bijnaam ‘Siepelkerk’
Het rijk versierde meubilair bestaat o.a. uit een preekstoel uit 1743 met lezenaar, achterschot, klankbord, gebrandschilderde ramen uit 1718 en een ‘herengestoelte’ van de familie Thedema. Het orgel werd in 1802 omgebouwd door H.H. Freytag.